Baureihe 50
De vanaf 1939 gebouwde eenheids-goederentreinlocomotief van de baureihe 50 behoort tot de meest succesvolle locomotieven van de Deutsche Reichsbahn. Tot 1948 zijn er in totaal 3164 machines van deze serie gebouwd. De locomotieven hebben een maximale snelheid van 80 km/h. Na de Tweede Wereldoorlog is de baureihe 50, samen met de baureihe 44, lange tijd de ruggegraat geweest van het goederenvervoer. Ook werden de 50-ers ingezet voor passagiersvervoer.
Ongeveer 2/3e van de aanwezige 50-ers in voormalig Oost-Duitsland werden tussen 1958 en 1962 omgebouwd tot de Reko- (Rekonstruktion) serie 5035-37. De locomotieven kregen een nieuwe ketel met o.a. een nieuwe voorwarmer en groter verwarmd oppervlak. De laatste 5035-37-er is op 29 oktober 1988 buiten dienst gegaan.
| Baureihe | 50 35-37 |
| Inzet | Goederentreinlocomotief voor hoofd- en nevenlijnen |
| Type aanduiding | G56.15 |
| Bouwtype | 1’Eh2 |
| Seriegrootte | 208 stuks |
| Asindeling | 1’C1 |
| Middellijn drijf- en koppelwielen | 1750 mm |
| Middellijn loopwiel voor | 1000 mm |
| Middellijn loopwiel achter | 1250 mm |
| Radstand | 2000 mm |
| Keteldruk | 1,6 MPa (=16 bar) |
| Waterinhoud | 1,35 m3 |
| Stoominhoud | 2,85 m3 |
| Roosteroppervlak | 3,12 m2 |
| Verwarmd oppervlak vuurkist | 17,1 m2 |
| Verwarmd oppervlak totaal | 156,28 m2 |
| Oververhitter oppervlak | 73,8 m2 |
| Stoomverdeling | Huesinger (of Walscheart), Kuhnsche Schleife |
| Omloopsysteem | Müller schuiven |
| Aantal cilinders | 2 |
| Middellijn cilinders | 550 mm |
| Slaglengte cilinders | 660 mm |
| Vermogen | 1600 pk |
| Maximale snelheid vooruit | 80 km/h |
| Maximale snelheid achteruit | 80 km/h |
| Totale lengte over de buffers | 22940 mm |
| Massa leeg | 104 ton |
| Massa bedrijfsvaardig | 136 ton |
| Kolenvoorraad | 8 ton |
| Watervoorraad | 26 m3 |
De VSM bezit thans vijf locomotieven uit de baureihe 50. De 50 3520 en de 50 3681 zijn niet bedrijfsvaardig en worden gebruikt als onderdelenleverancier voor de andere 50-ers van de VSM.
De 50 3564 is in 2012 teruggebouwd tot het originele uiterlijk van de altbau 50’er zoals deze in 1940 door de Wiener Lokomotivfabrik A.G. werd afgeleverd. Daarbij kreeg ze ook haar originele nummer weer terug, 50 307. In 1959 werd de altbau 50 307 namelijk omgebouwd door de Deutsche Reichsbahn, de machine werd destijds voorzien van onder andere een modernere ketel en een nieuw nummer.
De 50 0073-2 valt op omdat dit de enige oliestook 50-er is bij de VSM. Deze machine, oorspronkelijk de 50 3666 is afkomstig van de Vennbahn en is daar omgebouwd tot oliestoker. Om deze reden heeft de VSM haar, bij haar komst in 2006 omgenummerd naar 50 0073. De laatst gebouwde oliestoker was namelijk de 50 0072.
| Locomotief | 50 0073 | 50 3520 | 50 307 |
| Bouwjaar | 1943 | 1940 | 1940 |
| Fabrikant | Franco Belge | Henschel | WLF |
| Vermogen | 1600 pk | 1600 pk | 1600 pk |
| Snelheid | 80 | 80 | 80 |
| Wanneer bij de VSM | 2006 | 1997 | 1995 |
| Status | Bedrijfsvaardig | Buiten dienst | Bedrijfsvaardig |
| Locomotief | 50 3654 | 50 3681 |
| Bouwjaar | 1956 | 1940 |
| Fabrikant | Schwartzkopf | Henschel |
| Vermogen | 1600 pk | 1600 pk |
| Snelheid | 80 | 80 |
| Wanneer bij de VSM | 1995 | 1995 |
| Status | Bedrijfsvaardig | Buiten dienst |