Baureihe 23
Die Lokomotiven der Baureihe 23 waren Personenzuglokomotiven der Deutschen Bundesbahn und sollten die Lokomotiven der preußischen Baureihe P8 ersetzen. Ab 1950 wurden 105 Exemplare der neu gestalteten Baureihe gebaut. Diese Lokomotivbaureihe war die letzte, die für die DB gebaut wurde, genauer gesagt, die 23 105 ist die letzte gebaute DB-Dampflokomotive (1959).
Diese Nachkriegsmaschine stammt aus zwei 1940 gebauten Maschinen (BR 23 alt), die während des Krieges nicht weiterentwickelt wurden. Sie ist mit allen Arten moderner Geräte ausgestattet. Die Lokomotiven hatten im Gegensatz zu den genieteten Rahmen und Kesseln der älteren DB-Maschinen geschweißte Rahmen, Kessel und Tender. Die 23er erhielten außerdem eine zentrale Schmierpresse und einen sogenannten Heizdampfregler.
Bis zur 23.052 waren die Lokomotiven mit Gleitlagern ausgestattet, die späteren Lokomotiven mit Rollenlagern (einschließlich Kupplungs- und Pleuellagern). Darüber hinaus waren alle Lokomotiven mit der sogenannten Wendezugsteuerung ausgestattet, wobei die Maschinen in Wendezugkombinationen laufen konnten.
Baureihe | 23, einheitslocs |
Inzet | Personentreinen en lichte sneltreinen |
Type aanduiding | P 35.17 |
Bouwtype | 1’C1’h2 |
Seriegrootte | 105 stuks |
Asindeling | 1’C1 |
Middellijn drijf- en koppelwielen | 1750 mm |
Middellijn loopwiel voor | 1000 mm |
Middellijn loopwiel achter | 1250 mm |
Radstand | 2000 mm |
Keteldruk | 1,6 MPa (=16 bar) |
Waterinhoud | 1,35 m3 |
Stoominhoud | 2,85 m3 |
Roosteroppervlak | 3,12 m2 |
Verwarmd oppervlak vuurkist | 17,1 m2 |
Verwarmd oppervlak totaal | 156,28 m2 |
Oververhitter oppervlak | 73,8 m2 |
Stoomverdeling | Huesinger (of Walscheart), Kuhnsche Schleife |
Omloopsysteem | Müller schuiven |
Aantal cilinders | 2 |
Middellijn cilinders | 550 mm |
Slaglengte cilinders | 660 mm |
Vermogen | 1785 pk |
Maximale snelheid vooruit | 110 km/h |
Maximale snelheid achteruit | 85 km/h |
Totale lengte over de buffers | 21325 mm |
Massa leeg | 75 ton |
Massa bedrijfsvaardig | 132 ton |
Kolenvoorraad | 8 ton |
Watervoorraad | 31 m3 |
De VSM bezit twee locomotieven van de baureihe 23. De 23 071 en de 23 076, of kortweg de “71” en de “76”.
De 23 076 kwam als eerste 23-er bij de VSM in 1976, gevolgd door de 23 071 in 1978. De 23 076 is na enkele jaren dienst ter zijde gesteld in afwachting van haar revisie. Zo heeft ze meer dan 20 jaar stil gestaan. In de zomer van 2007 is de machine geheel ‘herboren’ uit de revisie gekomen en om bij de VSM weer haar kilometers te gaan maken.
Locomotief | 23 071 | 23 076 |
Bouwjaar | 1956 | 1956 |
Fabrikant | Jung | Jung |
Vermogen | 1785 pk | 1785 pk |
Snelheid | 110 (v) 85 (a) | 110 (v) 85 (a) |
Wanneer bij de VSM | 1978 | 1976 |
Status | Bedrijfsvaardig | Bedrijfsvaardig |